In de loop van de avond van 1 maart 2024 kwam de man de winkel binnen met een mondkapje om en een muts op. In de winkel deed hij de capuchon van zijn jas over zijn muts. Toen de caissière de kassalade opende, zei verdachte zacht 'dit is een overval' en probeerde tegelijkertijd geld uit de kassalade te pakken. Daarbij richtte hij het nepvuurwapen op de caissière. De man rende weg bij de kassa met briefgeld in zijn hand. Een winkelmedewerker probeerde hem nog de weg te versperren maar de man ontkwam. De overval is vastgelegd op camerabeelden van de supermarkt.

Tijdens de rechtszaak bekende de man dat hij de overvaller was. Hij verklaarde dat hij niet het vooropgezette plan had om de supermarkt te overvallen maar dat dat in een impuls gebeurde. Het nepvuurwapen had hij wel vaker bij zich. 

De rechtbank veroordeelt de man voor diefstal onder bedreiging met geweld. Naar het oordeel van de rechtbank had de man wel degelijk het vooropgezette plan om de overval te plegen, gelet op het feit dat hij zijn gezicht vrijwel volledig had bedekt en het nepvuurwapen had meegenomen. Opgelegd wordt een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. De opgelegde voorwaarden zijn onder meer een meldplicht bij de reclassering, verplichte ambulante begeleiding en een locatieverbod.

Op de zitting is een verklaring van de bedreigde caissière voorgelezen. Zij is nog jong en de overval heeft behoorlijk veel impact gehad. De rechtbank wijst de vordering van 1.500 euro aan smartengeld toe.

De winkelmedewerker, die ook een smartengeldvordering had ingediend, wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat de rechtbank niet bewezen acht dat hij ook is bedreigd.