Op 10 september 2020 is de 33-jarige man samen met iemand aan de deur geweest bij de woning van een ouder echtpaar in Driel. Tijdens dit gesprek is gezegd dat er zich een drugslab zou bevinden in 1 van de panden van het echtpaar. Ook dreigden de mannen met het gooien van handgranaten door de ruiten van de woning. Vervolgens gaf de 33-jarige man opdracht aan de 37-jarige man om telefonisch contact op te nemen met het echtpaar. Tijdens deze gesprekken is gezegd dat het echtpaar een bedrag van 3.500 euro moest betalen, omdat anders de politie, de buren en de pers ingelicht zouden worden over het vermeende drugslab.

De 33-jarige man maakte zich in oktober 2020 nogmaals schuldig aan een poging tot afpersing. Hij nam toen telefonisch contact op met een ondernemer uit Delfzijl. Hij zei tegen deze man dat er een factuur van 130 duizend euro betaald moest worden. Als dat niet zou gebeuren, dan zou dit het leven van de ondernemer en zijn (voormalige) zakenpartner kosten. De 33-jarige man pleegde deze poging tot afpersing in samenwerking met iemand anders, die hem ook betaalde voor de inning van deze factuur.

De rechtbank spreekt de 37-jarige man vrij van de poging tot afpersing in Driel, omdat niet bewezen kan worden dat deze man schuldig is aan het dreigen met geweld. De rechtbank veroordeelt de man wel voor de chantagepoging, omdat hij later telefonisch dreigde berichten over het drugslab te verspreiden als er niet betaald zou worden.

2 mannen van 18 en 19 jaar uit Arnhem zijn vrijgesproken van medeplichtigheid aan de poging tot afpersing en de chantagepoging in Driel. De scooter en de telefoon van 1 van deze Arnhemmers zijn wel door de mannen gebruikt, maar de rechtbank vindt niet bewezen dat de Arnhemmers wisten dat er iets strafbaars mee zou worden gedaan.

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de beide mannen op een intimiderende en angstaanjagende manier mensen onder druk hebben gezet om geld te betalen. Zij hebben zich steeds laten leiden door hun eigen winstbejag, zonder zich te bekommeren om de gevolgen voor de slachtoffers. Ook houdt de rechtbank rekening met het omvangrijke strafblad van beide mannen. Om die reden vond de rechtbank alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Het verschil in straf tussen de 2 mannen komt voort uit het aantal bewezen verklaarde feiten en het verschil in de rolverdeling. De straf voor de 37-jarige man wijkt sterk af van de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank hem vrijspreekt van de poging tot afpersing.

De rechtbank kent aan de man uit Delfzijl een schadevergoeding van 1.500 euro toe. De man had na het contact met de 33-jarige man een camerasysteem aangelegd rond zijn woning. De andere slachtoffers dienden geen verzoek tot schadevergoeding in.