Door de deskundigen zijn bij de jongens geen stoornissen vastgesteld. De delicten kunnen hen daarom worden toegerekend. Bij het bepalen van de straf is het voor de rechtbank van belang dat er sprake is van ernstige delicten met veel materiële en immateriële schade. Dat door de explosie geen gevaar is ontstaan voor de bewoners van de woning was niet te danken aan de jongens. Maar enkel aan het feit dat het gezin op dat moment niet thuis was.
De rechtbank vindt voor de jongen die de vuurwerkbom naar de woning gooide een jeugddetentie van 421 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk, passend. Hij had al een strafblad voor een geweldsdelict.
Aan de jongen die de auto bestuurde en de explosie filmde legt de rechtbank een jeugddetentie van 283 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, op. Deze straf is hoger dan geëist door de officier van justitie omdat de rechtbank een kortere jeugddetentie geen recht vindt doen aan de ernst van wat er gebeurd is.