Laden...

KNGU moet turncoach Wevers voordragen als lid van begeleidingsteam Olympische Spelen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > KNGU moet turncoach Wevers voordragen als lid van begeleidingsteam Olympische Spelen
Zutphen, 18 juni 2021

De kantonrechter beveelt de Koninklijke Nederlandse Gymnastiekunie (KNGU) tot het voordragen van Wevers aan NOC*NSF als lid van het begeleidingsteam op de Olympische Spelen 2021 in Tokio. Volgens de kantonrechter heeft de KNGU onvoldoende aangetoond dat zij een redelijke grond heeft die voldoende zwaarwegend is om de turncoach niet voor te dragen. 

Wevers vorderde in een kort geding dat de KNGU hem toestaat de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. Die houden volgens Wevers onder meer in dat hij lid is van het begeleidingsteam op de Olympische Spelen. 

Arbeidsovereenkomst

Wevers is op basis van een arbeidsovereenkomst als coach in dienst bij de KNGU. In de zomer van 2020 maakte een aantal ex-turnsters melding van misstanden in de turnsport. De KNGU deed naar aanleiding hiervan een melding van grensoverschrijdend gedrag van Wevers bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR), waarna de aanklager van ISR een onderzoek startte naar de turncoach. Verder stelde de KNGU Wevers op basis van de cao Sport een aantal weken op non-actief. Daarnaast zette de KNGU tijdelijk het topsportprogramma Turnen Dames stil. Na afloop van de non-actiefstelling stond de KNGU het Wevers weer toe om zijn werkzaamheden onder strikte voorwaarden te verrichten.
In april 2021 besloot de KNGU dat zij Wevers niet voordraagt als lid van het begeleidingsteam op de Olympische Spelen 2021 in Tokio. Wevers verrichtte daarna nog wel zijn werkzaamheden als coach op de Europese Kampioenschappen eind april 2021 in Zwitserland.

Onvoldoende zwaarwegende reden

In de arbeidsovereenkomst met KNGU staat dat Wevers als coach lid is van het begeleidingsteam op grote evenementen. Dat betekent volgens de kantonrechter dat zijn deelname aan het begeleidingsteam op de Olympische Spelen tot de overeengekomen werkzaamheden behoort. Wevers heeft er daarom recht op om door de KNGU voorgedragen te worden om mee te gaan naar de Olympische Spelen. Alleen als de KNGU aantoont dat zij een zwaarwegende redelijke grond heeft om Wevers niet toe te laten tot deze overeengekomen werkzaamheden, hoeft de KNGU Wevers daartoe niet voor te dragen aan NOC*NSF. De KNGU voert aan dat die redelijke grond bestaat uit het creëren van rust en duidelijkheid bij de turnsters.

Na de non-actiefstelling op grond van de cao Sport in augustus 2020 heeft de KNGU Wevers niet ontslagen, maar onder voorwaarden weer toegelaten om zijn werkzaamheden te verrichten. Aan het besluit van april 2021 van de KNGU om Wevers niet mee te nemen naar de Olympische Spelen, liggen dezelfde feiten en omstandigheden ten grondslag als aan de non-actiefstelling in 2020. Dat is in strijd met de cao Sport. De KNGU maakt verder niet duidelijk waarom Wevers zijn werk tijdens de Europese Kampioenschappen in april 2021 wél kon verrichten en waarom dat op de Olympische Spelen een paar maanden later niet zou kunnen. De kantonrechter oordeelt dat de KNGU onvoldoende heeft aangetoond dat zij een redelijke grond heeft die voldoende zwaarwegend is om Wevers niet voor te dragen als lid van het begeleidingsteam op de Olympische Spelen.  


Bevel met dwangsom

De kantonrechter beveelt de KNGU daarom om bij de voordracht aan het NOC*NSF Wevers op te nemen als lid van het begeleidingsteam op de Olympische Spelen. En voor zover nodig, alles te doen wat in haar macht ligt om te bevorderen dat NOC*NSF een accreditatie verstrekt aan Wevers. Als de KNGU niet aan dit bevel voldoet, moet zij een dwangsom van 200 duizend euro betalen.   

Uitspraken