De kantonrechter heeft de man in het gelijk gesteld en bepaald dat in de jaren 2008, 2011 en 2012 in Nederland te hoge boeteverhogingen zijn doorgevoerd voor verkeersovertredingen. Gebruikelijk is dat de boetebedragen worden aangepast met een inflatiecorrectie. Maar in 2008, 2011 en 2012 zijn de boetebedragen met een hoger percentage verhoogd dan nodig was om de inflatiecorrectie door te voeren. De reden hiervoor was dat op deze wijze de overheidsinkomsten vergroot konden worden.
De kantonrechter heeft bepaald dat verhoging om die reden in strijd is met de wet (artikel 2 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften / Wet Mulder). Na aanpassing van het bedrag moet de staat aan de man uit Nijmegen een bedrag van 9 euro terugbetalen.
Het Openbaar Ministerie (OM) kan vanwege het geringe bedrag van de boete niet in hoger beroep, er is alleen cassatie in belang der wet mogelijk.
Een kantonrechter van de rechtbank Overijssel oordeelde op 11 november 2015 in een vergelijkbare zaak dat de minister de boetes wél mocht verhogen zoals hij deed.