De man fietste in de nacht van 18 april 2020 naar de woning van zijn ex-partner en hun zoontje. Zij waren niet thuis.  De man klom over de schutting  en met behulp van brandgel stichtte hij op meerdere plaatsen brand bij de houten aanbouw aan de achterkant van de woning. Een achterbuurman die de brand snel had opgemerkt, belde direct de brandweer. Hierdoor vielen er geen slachtoffers en breidde de schade zich niet uit naar andere woningen. Wel kwamen de honden - die 's nachts altijd in de aanbouw verbleven - bij de brand om. De woning werd als gevolg van de brand onbewoonbaar verklaard. Ook veroorzaakten de rookgassen levensgevaar voor de omwonenden. De brand heeft een grote impact gehad op de ex-partner van de man en hun zoontje.

De rechtbank vindt bewezen dat de man de brand opzettelijk heeft gesticht. Ook was voorzienbaar dat de brand gevaar voor goederen én personen zou kunnen veroorzaken. De man had een brandversnellend middel gebruikt. Het ging om een tussenwoning met houten verdiepingen en de brand vond 's nachts plaats. De man verklaarde dat hij de brand direct erna heeft geblust, maar dat blijkt nergens uit.

De man heeft de brand gesticht onder invloed van drank en uit wraak en gevoelens van machteloosheid. Hij was boos over de scheiding en dat hij geen compensatie kreeg voor de aanbouw waar hij jarenlang aan had gewerkt.

Bij de straf betrekt de rechtbank dat de man de brand heeft gesticht onder invloed van een stoornis. Hij is om die reden verminderd toerekeningsvatbaar. De man is inmiddels gestart met een ambulante behandeling en krijgt begeleiding om de kans op herhaling te verminderen. Ook moet de man blijven meewerken aan de gestarte behandeling en wordt zijn alcoholgebruik gecontroleerd. Daarnaast mag hij niet in de buurt van de woning van zijn ex-partner en zoontje komen.