Het misbruik vond plaats tussen december 2018 en december 2019. Het slachtoffer was tijdens het plegen van deze feiten 7 jaar oud.

De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij niet alleen het vertrouwen van (stief)kleindochter heeft geschonden, maar ook die van zijn zoon en schoondochter. Daarbij liet hij zijn eigen interesses en behoeften zwaarder wegen dan de lichamelijk integriteit van een jong meisje. De ernstige gevolgen die het misbruik voor het slachtoffer zou hebben, nam hij daarbij voor lief.

De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de ernst van het feit en vindt een gevangenisstraf van lange duur passend. Daarnaast oordeelt de rechtbank – kijkend naar de persoon van de man en de onderliggende problematiek - dat behandeling van de man wenselijk en noodzakelijk is om herhaling te voorkomen. Om die reden legt de rechtbank naast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf ook een deel voorwaardelijk op. Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 3 jaar en hieraan zijn bijzondere voorwaarden verbonden, zoals een meldplicht bij de reclassering. Ook moet de man zich verplicht laten behandelen.

Tot slot moet de man een schadevergoeding van 5 duizend euro aan het slachtoffer betalen.