De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) noemen als oriëntatiepunt voor verkrachting een gevangenisstraf van 24 maanden. De rechtbank weegt als strafverzwarende omstandigheden mee de jonge leeftijd en de bijzondere kwetsbaarheid van het slachtoffer, het overwicht dat de man op haar had en het feit dat zij op deze wijze haar eerste seksuele ervaring heeft moeten ondergaan. Daarom is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden dan ook passend en geboden is. Dit is een hogere straf dan door de officier van justitie is geëist doordat de rechtbank van mening is dat de straf die de officier van justitie heeft geëist, onvoldoende recht doet aan de ernst van het feit. Voor het opleggen van een voorwaardelijk deel met bijzondere voorwaarden, zoals door de officier van justitie geëist, ziet de rechtbank geen aanleiding omdat niet gebleken is dat er een relatie bestaat tussen verdachtes middelengebruik en de verkrachting.