De officier van justitie eiste 12 maanden celstraf, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank komt tot een andere straf omdat zij een gevangenisstraf niet passend vindt. De rechtbank houdt rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de man. Daarnaast liet de man blijken dat hij zich oprecht schaamt en spijt heeft. Daarbij zocht hij op eigen initiatief hulp en begeleiding, omdat hij niet wil dat zoiets weer gebeurt.