Hoewel de man bekende dat hij schuldig was aan het zonder registratie vervoeren en/of verhandelen van Ketamine (een overtreding van de Geneesmiddelenwet), verklaarde hij niets te weten over de inhoud van dozen en de plastictas. De man verklaarde dat hij die spullen in de woning had opgeslagen op verzoek van iemand waarvoor hij in het verleden kentekenbewijzen wegbracht.
De rechtbank oordeelt dat de man het vermoeden moet hebben gehad dat de dozen drugsgerelateerde zaken zouden bevatten. Door niet in de dozen te kijken -maar ze wel in zijn huis te laten staan - aanvaarde hij bewust de kans dat hij drugs of grondstoffen voor het maken van drugs in bezit had. Datzelfde geldt voor de vuurwapens die in de plastictas zijn aangetroffen. De rechtbank veroordeelt de man dus ook voor het bezit van de verboden vuurwapens en de aangetroffen munitie.
