Op 23 augustus 2017 wilde een politieagent in Harderwijk de man aanhouden, omdat hij vermoedde dat hij een drugsdeal had gezien. Om aan de politie te ontkomen reed de man met verhoogde snelheid zijn auto achteruit. Daarbij raakte hij de politieagent, die op een snorfiets zat. De politieagent liep letsel op aan zijn knie. Pas toen de politieagent en een collega van hem waarschuwingsschoten losten, stopte de man zijn auto.

Volgens de rechtbank had de man opzet om aan de politieagent zwaar lichamelijk letsel te willen toebrengen. Dat de politieagent slechts klein letsel opliep, is niet aan de man te danken. De gevolgen hadden namelijk veel ernstiger kunnen zijn. 

De officier van justitie eiste een werkstraf. Maar de rechtbank vindt dat een werkstraf geen recht doet aan de ernst van het gepleegde delict. Volgens de rechtbank doet een onvoorwaardelijke gevangenisstraf hier meer recht aan. Strafverhogend is dat sprake is van geweld tegen een politieagent en dat de man zijn auto als wapen heeft gebruikt.

De man is al eerder veroordeeld voor gevaarlijk rijgedrag. Op 27 januari 2017 legde de politierechter een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van 6 maanden aan hem op. Omdat de man binnen de proeftijd van 3 jaar weer een strafbaar feit heeft begaan, wordt deze voorwaardelijke straf ook ten uitvoer gelegd.