Uit onderzoek van psychologen bleek dat de man aan een stoornis lijdt en dat deze stoornis (in combinatie met alcoholgebruik) van invloed was bij een deel van de feiten. De man is volgens deze deskundigen nog goed te behandelen. Inmiddels is de man begonnen met een forensische behandeling. Om herhaling te voorkomen vindt de rechtbank het belangrijkste dat de man wordt behandeld en geen alcohol meer gebruikt. De rechtbank legt daarom een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op. Aan het voorwaardelijke strafdeel zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Zo moet de man zich laten behandelden voor zijn stoornis en mag hij geen alcohol gebruiken. Ook moet de man meewerken aan controles daarop. Verder geldt een meldplicht bij de reclassering. Voor dit alles geldt een proeftijd van 3 jaar. Het onvoorwaardelijke deel van de celstraf zat de man al in voorarrest uit. Daarom hoeft hij niet terug naar de cel.
Naast de celstraf krijgt de man een taakstraf van 200 uur. De man krijgt zo het voordeel van de twijfel. Als hij tijdens de proeftijd in aanraking komt met justitie, dan kan de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 8 maanden alsnog ten uitvoer worden gelegd.