De man maakte zich op 3 augustus 2021 in zowel de trein in Ede als op het politiebureau in Arnhem schuldig aan strafbaar gedrag. Zo gooide hij op 3 augustus 2021 een aantal ruiten van de tussendeuren in een trein in. De man werd daarom aangehouden. Op het politiebureau bespuugde hij vervolgens de verhoorruimte en ook beledigde hij een agent. Daarnaast duwde hij na zijn insluiting in zijn cel alle dekens die hij had in het toilet, gooide hij zijn lunch en papieren door de cel en gooide hij zijn waterfles leeg. Ook plaste hij de cel onder.

De man werd ook verdacht van brandstichting van goederen in de trein. Net als de officier van justitie en de advocaat van de man, komt de rechtbank op basis van het dossier niet tot een bewezenverklaring voor deze handeling.

De rechtbank rekent de meerdere vernielingen en een belediging in verminderde mate toe aan de man. De man volgt een klinische behandeling en staat op dit moment onder een zorgmachtiging. De behandeling slaat aan en het lijkt inmiddels beter te gaan met de man. Een gevangenisstraf zou de behandeling doorkruizen. De rechtbank legt daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op die gelijk is aan het voorarrest. De voorwaardelijke gevangenisstraf is iets lager dan geëist door de officier van justitie. De rechtbank vindt deze straf beter passen bij straffen die normaal gesproken voor dit soort handelingen worden opgelegd..

Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 3 jaar. Hieraan zijn diverse bijzondere voorwaarden verbonden. Zo geldt er een meldplicht bij de reclassering. Daarnaast moet de man zich (verder) laten behandelen. Ook moet hij meewerken aan drugscontrole, het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen.

De man moet zowel aan de Nederlandse Spoorwegen als aan de politie Oost-Nederland een schadevergoeding betalen voor de schade aan de trein en het politiebureau. In totaal gaat het om een bedrag van ruim 2.000 euro.