De man viel zijn ex-vriendin ruim een jaar veelvuldig lastig. Dit bestond vooral uit het - soms met tussenpozen - versturen van een constante stroom van e-mailberichten aan haar. In de maand september 2018 liep dit op tot 51 e-mailberichten in 2 dagen tijd.

De berichten verschilden qua inhoud, maar hadden overwegend een kwetsende en nare inhoud en waren soms ook ronduit bedreigend. Zo meldde de man zijn ex-vriendin aan bij coöperatie De Laatste Wil. Dit is een coöperatie voor levensbeëindiging van volwassenen. Daarnaast stuurde hij een kerstkaart met een zalf voor de behandeling van aambeien naar haar op. Ook is de man ‘s nachts een keer naar de woning van het slachtoffer gegaan. Daarbij bonkte hij op de ramen en schreeuwde bedreigende en intimiderende teksten.

Door de politie is aan de man een stopbrief uitgereikt waardoor hij wist dat contact – in welke vorm dan ook – niet (meer) mocht. Desondanks is hij doorgegaan met de belaging en is deze zelfs verergerd. Het lastigvallen van het slachtoffer stopte pas nadat de man was aangehouden.

De man is onderzocht door een psycholoog en bij hem is een ziekelijke stoornis vastgesteld. Van deze stoornis was ook sprake tijdens het stalken. De psycholoog adviseert om de man verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. De rechtbank neemt dit advies over.

Kijkend naar de ernstige gevolgen van de belaging voor het slachtoffer - zij is gediagnostiseerd met PTSS, is verhuisd en moest haar studie (tijdelijk) stil leggen - besluit de rechtbank een hogere (voorwaardelijke) gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast legt de rechtbank aan de man een vrjiheidsbeperkende maatregel op. Dit houdt in dat hij geen contact mag opnemen met het slachtoffer voor een periode van 5 jaar. Doet hij dat toch, dan krijgt hij voor elke overtreding 7 dagen hechtenis.