De reeks diefstallen vonden plaats tussen december 2013 en maart 2017 op meerdere plekken, voornamelijk in de Achterhoek. De man maakte zich in die periode zeker 8 keer schuldig aan zakkenrollerij.  Hij sloeg zijn slag wanneer zijn slachtoffers boodschappen deden in de plaatselijke supermarkt. In 2 gevallen maakte hij ook gebruik van gestolen pinpassen. Hij koos daarbij zijn slachtoffers welbewust uit, want dit waren voornamelijk vrouwen op hogere leeftijd.

Zakkenrollerij draagt bij aan wantrouwen en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rechtbank neemt het de man extra kwalijk dat hij bij zijn handelswijze een kwetsbare groep als doelgroep heeft uitgekozen. Daarnaast blijkt uit zijn strafblad dat de man eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Kennelijk weerhoudt dit hem er niet van om opnieuw de fout in te gaan. Verder neemt de man geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn daden.  Hij ontkent namelijk alle feiten.

Volgens de rechtbank komt de man op basis van de bewezenverklaarde feiten voor geen andere straf in aanmerking dan een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. De rechtbank vindt eigenlijk een gevangenisstraf van 12 maanden passend. Maar het duurde lang voordat de berechting plaatsvond. Daardoor is de redelijke termijn overschreden en vermindert de rechtbank de straf tot 10 maanden. Desondanks valt de straf hoger uit dan de celstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk die officier van justitie heeft geëist.

Tot slot vroeg een aantal slachtoffers om een schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat de man de geleden schade aan deze slachtoffers moet vergoeden.