Op 3 september 2023 mishandelde de man zijn vriendin door haar met kracht tegen de grond te werken. Op 1 oktober 2023 trok de man zijn vriendin aan haar haren en haar mond en pakte hij haar bij de keel en kneep deze vervolgens dicht. Ook vernielde hij tijdens de ruzie 2 telefoons van de vrouw en liet hij haar autobanden leeglopen. Er was aan de man een gedragsaanwijzing (contactverbod met zijn partner) opgelegd, waaraan hij zich niet hield. Daarnaast bedreigde de man op 11 juni 2023 zijn buren.

Volgens de officier van justitie maakte de man zich ook schuldig aan  het leksteken van de autobanden van zijn vriendin in juli 2023. De man ontkende bij de politie dat hij de autobanden lek had gestoken. Tijdens zijn rechtszaak verklaarde hij dat hij dit wel had gedaan, maar dat hij niet meer wist wanneer dat was gebeurd. Omdat uit het dossier van de politie niet bleek wanneer de banden waren lek gestoken, spreekt de rechtbank de man vrij van deze vernieling.

De officier van justitie eiste 200 dagen celstraf, waarvan 100 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De officier van justitie vorderde daarnaast een vrijheidsbeperkende maatregel (contactverbod met zijn vriendin) voor de duur van 5 jaren. De advocaat stelde dat een straf gelijk aan het voorarrest van de man voldoende was. Daarbij verzocht hij de rechtbank tijdens de zitting om de voorlopige hechtenis per direct op te heffen. De advocaat verzette zich tegen het opleggen van het contactverbod. 

De rechtbank volgt grotendeels de eis van de officier van justitie en wijst daarom het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af. De rechtbank legt de man geen vrijheidsbeperkende maatregel of een contactverbod als bijzondere voorwaarden op. Zowel de man als het slachtoffer verklaarden in verhoren en tijdens de zitting dat zij niet met, maar ook niet zonder elkaar kunnen. De man en zijn ex-partner onderhielden na de aanhouding van de man op dagelijkse basis contact met elkaar. Hoewel de rechtbank op basis van de aanwezige reclasseringsadviezen de overtuiging heeft dat het voor betrokkenen beter zou zijn als zij het contact met elkaar (blijvend) zouden verbreken, is het opleggen van een contactverbod volgens de rechtbank niet zinvol. 

De man moet zich in de proeftijd van 3 jaar aan bijzondere voorwaarden houden, waaronder een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, een drugs- en alcoholverbod en een rijverbod. De rechtbank beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden, nu er – kijkend naar het reclasseringsadvies – ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de man opnieuw een misdrijf zal begaan.