De man zou tussen 18 september 1996 en 17 september 1999 zijn stiefkleinkind seksueel misbruikt hebben.
De officier van justitie eiste een celstraf van 24 maanden. Volgens de officier verklaarde het stiefkleinkind namelijk consistent wat er toentertijd zou zijn gebeurd. Haar verklaringen zouden steun vinden in de verklaring van haar moeder. De man zou namelijk aan de moeder hebben toegegeven dat hij zich hieraan schuldig heeft gemaakt. Volgens de advocaat van de man klopte er niets van deze beschuldigingen en vroeg daarom om vrijspraak.