Volgens de rechtbank is bewezen dat de man zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam is geweest in het verkeer. Door zijn schuld heeft het verkeersongeval plaatsgevonden. Hij maakte die avond meerdere verkeersfouten. Zo overschreed hij de toegestane maximumsnelheid, richtte hij zijn aandacht niet op de verkeerslichten en het verkeer (voor hem) op de weg en passeerde hij een voor hem rood stoplicht. Dit terwijl hij onder invloed van een grote hoeveelheid alcohol zijn auto bestuurde en hij nog een beginnend bestuurder was.

Het letsel van het slachtoffer - onder meer een hersenkneuzing en bloedingen in de hersenen en meerdere breuken in botten en wervels – is volgens de rechtbank zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij niet zijn volledige aandacht richtte op het verkeer. Van een bestuurder in het verkeer mag worden verwacht dat hij altijd oplet, zodat hij kan anticiperen op de situatie die op de weg kan ontstaan. De man is daarmee de verantwoordelijkheid die hij heeft ten opzichte van de veiligheid van zijn medeweggebruikers uit de weg gegaan.

De man maakte ernstige fouten en alles bij elkaar opgeteld rechtvaardigt dat een zware straf. Kijkend naar het verkeersgedrag van de man vindt de rechtbank dat sprake is van een zeer hoge mate van schuld. Ook is de man na dit ongeval nog eens veroordeeld voor het rijden onder invloed, met een nog grotere hoeveelheid alcohol op.

Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn en gezien de jonge leeftijd van de man en het rijgedrag dat hij heeft laten zien, vindt de rechtbank het noodzakelijk om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen als stok achter de deur. Aan het voorwaardelijke gedeelte van de straf zit een proeftijd van 3 jaar.