De man maakte zich tussen begin 2016 en eind 2019 schuldig aan ontucht met twee minderjarige meisjes. Met allebei had hij kort na elkaar een relatie. Er was sprake van een groot leeftijdsverschil tussen de man en de kwetsbare meisjes. Daarnaast maakte de man zich schuldig aan zware mishandeling en mishandeling van dezelfde twee meisjes op 14 februari 2024. Eén van de slachtoffers sloeg hij meerdere keren met zijn vuist, maar ook met een keu op haar neus. Zij liep hierdoor een verbrijzelde neus en meerdere breuken in het gelaat op. Het is onduidelijk of zij hier volledig van zal herstellen. Hij sloeg het andere slachtoffer meerdere keren in het gezicht. 

De man verklaarde dat hij zich slechts verdedigde. Eén van de slachtoffers gaf hij één klap, waarna zij viel. Het andere slachtoffer weerde hij alleen af. De rechtbank volgt de lezing van de man niet. De verwondingen van de meisjes passen namelijk niet bij de lezing van de man. 

De psycholoog adviseerde om de man verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. De psychiater stelde echter niet aan te kunnen tonen dat bij de man sprake is geweest van een stoornis en adviseerde om de delicten volledig toe te rekenen aan de man. De rechtbank volgt de conclusies van de psychiater op dit punt en verklaart de man volledig toerekeningsvatbaar. 

Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 3 jaar.  Hieraan koppelt de rechtbank de geadviseerde bijzondere voorwaarden, namelijk een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname) en een drugsverbod. Daarnaast legt de rechtbank een contact- en locatieverbod op van 5 jaar met de slachtoffers. Ook legt de rechtbank een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op. Deze maatregel houdt in dat de man in de toekomst onder intensief toezicht komt te staan. Verder beveelt de rechtbank dat de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht direct ingaan, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de man - zonder adequate behandeling - weer een dergelijk misdrijf zal begaan.  

De rechtbank legt een lagere straf op dan de eis van de officier van justitie. Dit komt omdat de rechtbank de man vrijspreekt van twee verkrachtingen, maar ook vrijspreekt van poging doodslag. Ook legt de rechtbank geen tbs-maatregel op nu geen stoornis is vastgesteld. 

Door de ontucht en de (zware) mishandeling liepen de slachtoffers schade op. De man moet aan één van de slachtoffers in totaal 8.500 euro aan smartengeld betalen. Het andere slachtoffer krijgt in totaal 6.500 euro aan smartengeld. Voor het overige verklaart de rechtbank de vorderingen niet-ontvankelijk.  De slachtoffers kunnen het resterende deel van hun vordering nog bij de civiele rechter aanbrengen.