Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met het feit dat de man zijn plichten als verkeersdeelnemer ernstig heeft verzaakt. In principe wordt in vergelijkbare gevallen een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd. Kijkend naar het tijdsverloop en het feit dat de man zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk, legt de rechtbank een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden op. Aan deze straf is een proeftijd van 3 jaar gekoppeld. Als compensatie van deze voorwaardelijke rijontzegging legt de rechtbank wel een hogere werkstraf op dan de eis van 80 uur van de officier van justitie, namelijk een werkstraf van 100 uren.
De volledige uitspraak publiceren we z.s.m. onder dit nieuwsbericht.