Nadat de politie een aantal meldingen kreeg dat de man in drugs en wapens zou handelen, doorzochten zij de woning van de man. Daarbij trof de politie hoeveelheden GHB, cocaïne en metamfetamine aan. Verder troffen de agenten een gaspistool en een vals Grieks rijbewijs aan. 

De man bekende bij de politie dat het hij wist het Griekse rijbewijs vals was. De aangetroffen drugs waren volgens de man van hemzelf en voor eigen gebruik. De Zutphenaar ontkende dat hij ook zou handelen in drugs. Over het wapen verklaarde de man dat hij niet wist dat het er lag. 

De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van de aangetroffen drugs en het valse rijbewijs. Ook komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van een gaspistool. 

Anders dan de officier van justitie oordeelt de rechtbank dat er onvoldoende bewijs is dat de man heeft gehandeld in drugs. De rechtbank spreekt hem daarom van dat feit vrij. 

In de Zutphense woning trof de politie verschillende verboden goederen aan die grote risico's in het leven roepen voor de maatschappij en de personen die in de woning verblijven, waaronder zijn stiefkinderen. De rechtbank veroordeelt de man daarom tot een gevangenisstraf van 44 dagen. Deze tijd zat hij al in voorarrest uit. Daarnaast legt de rechtbank een taakstraf op van 120 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk. 

Aan het voorwaardelijke strafdeel zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Om meer zicht en grip te krijgen op de leefsituatie van de man en eventuele problemen daarin, moet hij zich gaan melden bij de reclassering, meewerken aan ambulante behandeling en meewerken aan controles op drugs- en alcoholgebruik.