Uit het dossier en het onderzoek ter zitting blijkt dat de man op de dag en het tijdstip waarop de ten laste gelegde feiten zijn gepleegd, op de plaats delict kan zijn geweest. Er bevinden zich echter geen stukken in het dossier waaruit blijkt dat hij er op dat moment daadwerkelijk was.
Daarnaast wijkt de kleding die de man op 8 februari 2020 droeg af van de kleding die hij volgens de meisjes droeg. De door de meisjes gegeven omschrijving van het gezicht en de haardracht van de man is bovendien tamelijk algemeen, zodat het op vele mannen van toepassing is.
Dat de man eerder is veroordeeld voor een feit waarbij hij aan de slachtoffers vroeg: ‘is die kat van jullie?’ kan volgens de rechtbank niet ten nadele van de man meegewogen worden. Deze methode wordt namelijk vaker gebruikt en is niet zodanig specifiek dat daaruit kan volgen dat het de 37-jarige man uit Zutphen moet zijn geweest die de meisjes heeft aangesproken.