De officier van justitie vond bewezen dat de man een poging tot aanranding had gedaan. De aangifte van de vrouw en de door haar beschreven gang van zaken vond de officier van justitie betrouwbaar en gesteund door getuigenverklaringen. De officier van justitie eiste één maand voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van 100 uren tegen de man.
De advocaat vond dat de man moest worden vrijgesproken. De verdachte verklaarde over een andere gang van zaken dan de vrouw, namelijk dat er meerdere seksuele handelingen hebben plaatsgevonden tussen hen en dat de vrouw dit goed zou hebben gevonden.

De verklaringen van de man en de vrouw over wat er tussen hen zou zijn gebeurd en of de vrouw dit goed vond staan lijnrecht tegenover elkaar. Andere (getuigen)verklaringen geven hierover ook niet voldoende duidelijkheid. Wat er daadwerkelijk is gebeurd kan de rechtbank dus niet vaststellen. De rechtbank vindt het feit daarom niet bewezen. De rechtbank spreekt de verdachte dan ook vrij.

De vrouw had een vordering tot schadevergoeding ingediend. De rechtbank beoordeelt deze vordering niet omdat de rechtbank de verdachte vrijspreekt. Dit betekent dat de vrouw niet-ontvankelijk is verklaard in haar vordering.

Het volledige vonnis wordt binnenkort gepubliceerd.