Volgens de rechtbank aanvaarde de man met zijn gedragingen bewust de aanmerkelijke kans dat de coniferen heg in brand zou gaan. Zo stak hij de kartonnen dozen dichtbij de coniferen heg in brand, terwijl het al meerdere dagen droog en warm weer was. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat bij droog en warm weer brand zich snel verspreid. Door tóch de kartonnen dozen in brand te steken nam hij deze kans bewust op de koop toe. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de man voorwaardelijk opzet had op het stichten van de brand.