Bij het opleggen van de straf houdt de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van de man en de ernst van het delict. In zaken als deze kan volgens de rechtbank alleen maar een gevangenisstraf volgen. De reclassering ziet een patroon van steeds ernstigere delicten en ziet geen mogelijkheden meer om met interventies het risico op herhaling te beperken of het gedrag van de man te veranderen. De man vindt zelf dat hij geen hulp nodig heeft.
De rechtbank houdt rekening met wat in soort gelijke zaken is opgelegd en vindt een celstraf van 3 jaar passend, een jaar minder dan de officier van justitie eiste.
De man liep ook nog in een proeftijd vanwege een drugsdelict. Nu hij binnen de proeftijd opnieuw in de fout is gegaan moet hij bovenop de nieuwe celstraf van 3 jaar nog 2 maanden gevangenisstraf uitzitten die het Gerechtshof in Arnhem hem in 2020 voorwaardelijk had opgelegd.