In 2018 ging de man op verzoek van zijn vriendin naar het centrum van Apeldoorn, omdat ze zei dat ze door een groep jongens werd lastiggevallen. In het centrum zocht de man vervolgens de groep jongens op. Het meisje wees een jongen aan. De Apeldoorner sloeg het slachtoffer vervolgens meerdere keren met de vuist. Ook schopte de man het slachtoffer. Toen een broer van het slachtoffer en vrienden het slachtoffer te hulp wilden schieten, kregen zij ook klappen en trappen van de man. De rechtbank vindt voor het geweld tegen de 1^e jongen poging tot zware mishandeling bewezen, voor het geweld tegen de andere jongens is volgens de rechtbank sprake van mishandeling.

De man belde vervolgens zijn ouders om hem op te komen halen. Toen hij met zijn vader over een brug reed, zag de man een paar van de jongens uit de groep op een bankje zitten. Zijn vader stopte de auto midden op de brug, waarna de man en zijn vader uitstapten. Toen de jongens geen namen wilden noemen en weg wilden gaan, gebruikte de man en zijn vader buitensporig geweld tegen 1 van deze jongens. De rechtbank kwalificeert dit geweld als een poging tot zware mishandeling. 

De rechtbank rekent het de man zwaar aan dat hij met zo veel agressie handelde in plaats van de hulp van bijvoorbeeld de politie te zoeken. Bij het 2^e incident was de man zelfs al weg voordat de politie ter plaatse kwam. Het geweld had veel impact op de (minderjarige) slachtoffers. 1 van de slachtoffers dacht dat hij het geweld niet zou overleven. De man lijkt zich - vanuit zijn antisocialiteit - weinig aan te trekken van de consequenties van zijn gedrag. Hij weigert om zijn gedrag aan te passen ten aanzien van maatschappelijke normen, waarden en veiligheid.

De rechtbank houdt er bij de oplegging van de straffen er rekening mee dat de vechtpartijen al in 2018 plaatsvonden en de redelijke termijn voor de behandeling van de strafzaak is overschreden.

Tot slot moet de man het 1e slachtoffer en zijn broer een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 2.100 euro.