In september 2021 reed de man  met een vrachtwagencombinatie met dieplader over de N831 bij Kerkdriel. Hij reed met een lading die uitstak en breder was dan de rijstrook waar hij op reed. Daar had hij bovendien geen vergunning voor. Het slachtoffer reed op een scooter voor hem op de weg. Tijdens een inhaalmanoeuvre raakte de man het slachtoffer. Het slachtoffer viel, liep hersenletsel op en overleed een paar dagen later.

De man veroorzaakte door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag een verkeersongeval waardoor het slachtoffer is overleden. Het viel de rechtbank op dat de man en zijn werkgever kennelijk de ernst van de situatie hebben onderschat. De politie vroeg om met de vrachtwagencombinatie terug te keren naar het ongeval. Maar de man leverde eerst de graafmachine elders af en keerde vervolgens terug met een andere graafmachine, waarvan de rupsbanden niet uitstaken. Het lijkt erop dat zij de vaststelling van de feiten wilden beïnvloeden in hun voordeel. De rechtbank kan echter niet vaststellen in hoeverre dit aan man te wijten was. De rechter kan namelijk alleen een oordeel vellen over de tenlastegelegde feiten door de officier van justitie en dit feit is hem niet tenlastegelegd. Zijn werkgever is hier eerder wel voor veroordeeld.  

Uit het strafblad van de man blijkt dat hij niet eerder door de strafrechter is veroordeeld. Wel blijkt dat hij meermaals geldboetes kreeg voor feiten die te maken hebben met het zekeren en de afmetingen van ladingen, ook nog ná het ongeluk. Dat pleit niet in zijn voordeel en geeft te denken over de professionele houding van de man. 

De officier eiste een taakstraf van 240 uur en een rijverbod van 1 jaar. Deze straf wordt ook in vergelijkbare zaken opgelegd. De rechtbank ziet in het geval van de man geen reden om hiervan af te wijken.