De man maakte zich voor een lange periode schuldig aan de handel in harddrugs. Daarnaast handelde hij ook in softdrugs. 

De politie trof bij de man ook 0,14 gram cocaïne aan. Volgens de advocaat moest het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk worden verklaard omdat er sprake was van een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik. Volgens de rechtbank maakten dat de omstandigheden waaronder de drugs was aangetroffen - mede gelet op de handel in harddrugs in de periode waarin de drugs was aangetroffen - dat niet kon worden aangenomen dat de aangetroffen cocaïne bestemd was voor eigen gebruik. Om die reden werd het verweer verworpen en de man ook voor aanwezig hebben van harddrugs veroordeeld. 

Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank onder meer rekening met feit dat het ging om een langere periode van handelen in hard- en softdrugs. Ook was de man eerder veroordeeld voor drugsfeiten. Onder die omstandigheden is alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend.