Op 22 december 2018 was er een verkeersconflict tussen de man en het slachtoffer. Ter hoogte van het woonwagencentrum in Wenum Wiesel. Stapten zij uit hun auto’s en vochten met elkaar. Bij thuiskomst constateerde het slachtoffer dat hij een verwonding aan zijn onderbuik had. Een arts stelde vast dat het om een steekwond ging. 

De man ontkent dat hij het slachtoffer heeft gestoken. Hij verklaarde dat hij het mes op een afstand van ongeveer 3 of 4 meter richting het slachtoffer gooide. De man wist niet meer of het mes het slachtoffer raakte. De rechtbank vindt dat niet geloofwaardig. Een deel van het incident is door de echtgenote van het slachtoffer vanuit de auto gefilmd. Een politieagent bekeek deze beelden en constateerde dat de man uit Wenum Wiesel iets glimmend (lijkend op een mes) in zijn rechterhand had. Hij liep daarmee richting het slachtoffer. Op de beelden is niet te zien dat de man het mes richting het slachtoffer gooide.

Te zien was wel dat de man  het mes naar voren hield in de richting van het slachtoffer en dat de afstand tussen beiden hooguit 1 à 1,5 meter was. Verder verklaarde de man op zitting dat hij tijdens het incident de enige was die een mes in zijn handen had en niemand anders het slachtoffer op dat moment gestoken kon hebben. Hiermee rekening houdend oordeelt de rechtbank dat het niet anders kan dat de man het slachtoffer in de (onder)buik heeft gestoken.

Volgens de officier van justitie is er sprake van poging doodslag. De rechtbank oordeelt dat daar geen sprake van is, maar van poging tot zware mishandeling. Zo valt niet vast te stellen dat sprake is van een aanmerkelijke kans dat het slachtoffer als gevolg van het handelen van de man zou komen te overlijden. Wel vindt de rechtbank bewezen dat hij door met een mes in de onderbuik van het slachtoffer te steken het risico heeft genomen om het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Bij de strafoplegging is ook rekening gehouden met de rol van het slachtoffer tijdens het incident.

Het slachtoffer eiste een schadevergoeding, omdat de impact van het incident op hem en zijn gezin enorm is geweest. De rechtbank wijst de geëiste schadevergoeding voor een deel toe, de man moet ruim 2.100 euro aan het slachtoffer betalen. Hoewel buiten twijfel staat dat de ruzie nooit tot het steekincident had mogen leiden, zocht het slachtoffer volgens de rechtbank bewust de confrontatie met de man op. Dit alles onder toeziend oog van zijn vrouw en minderjarige zoon, die ook in de auto zaten.