Alles afwegende vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren passend. Aan het voorwaardelijk strafdeel verbindt de rechtbank als bijzondere voorwaarde een contactverbod met slachtoffer. Het gevoel van veiligheid voor het slachtoffer is daarbij voor de rechtbank een belangrijke overweging.
Deze straf is lager dan de straf geëist door de officier van justitie. De rechtbank houdt, mogelijk in verdergaande mate dan de officier van justitie, rekening met de nog jonge leeftijd van de man. Uit het strafblad blijkt dat de man niet eerder schuldig is bevonden aan een delict. Daarbij schat de reclassering het recidiverisico in als laag.