Op 4 juli 2020 vond er een verkeersongeval plaats tussen een bestelauto en een fietsster op de Veerweg in Beusichem. De man bestuurde de bestelbus. In een lange flauwe bocht botsten de bestelbus en de fietsster tegen elkaar. De bestuurster van de fiets werd hierdoor van de fiets geworpen en belandde onderaan het daar gelegen talud. Het slachtoffer overleed 2,5 week later in het ziekenhuis aan haar verwondingen. 

De rechtbank oordeelt dat de man aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend reed. De man heeft verklaard dat hij de fietsster niet heeft gezien. De rechtbank kan niet vaststellen wat daarvan de precieze oorzaak is geweest, maar kan niet anders dan concluderen dat hij niet goed heeft gekeken. Hij had haar wel kunnen zien, ook al stonden er bomen in de berm. Verder heeft hij niet zoveel mogelijk rechts gereden. Het ongeval vond plaats op het weggedeelte van de fiets. Hij had - wetend dat zijn zicht in de bocht beperkt was en het daar gevaarlijk was - zijn rijgedrag moeten aanpassen bij het naderen van de bocht.

De aanrijding en het overlijden van het meisje brachten een grote schok en veel verdriet teweeg bij de nabestaanden, in het bijzonder bij de vader, moeder en zus van het slachtoffer. Het leven is voor hen ingrijpend veranderd en zij worden dagelijks met het verlies geconfronteerd. Dit bleek onder meer uit de slachtofferverklaringen van vader, moeder en zus tijdens de zitting, die hun verlies en gemis op treffende wijze verwoordden. 

De rechtbank legt aan de man een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van 12 maanden op. Deze straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.