De rechtbank oordeelt dat de vrouw het geld aan persoonlijke doeleinden heeft uitgegeven. Ze gaf echter geen inzicht waaraan zij het geld uitgaf. Volgens de rechtbank is bij een dergelijke verduistering een onvoorwaardelijke celstraf passend. Maar de rechtszaak heeft lang op zich laten wachten. De rechtbank vindt het dan ook niet passend om 7 jaar na het plegen van het feit nog een gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank legt daarom de maximale werkstraf op, want een lagere werkstraf doet geen recht aan de ernst van het feit en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf.