Bij de uitleg van een overeenkomst kijkt de rechtbank niet alleen naar de letterlijke bewoordingen, maar ook naar de bedoeling van partijen en naar hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De rechtbank is van oordeel dat het de bedoeling van partijen is geweest dat de paters (vrijwel) de gehele museale collectie in bruikleen gaven aan NMVW. Voor de paters was namelijk behoud van de museale collectie van groot belang. NMVW moet de museale collectie (en daarmee samenhangende zaken) daarom teruggeven. De inventaris is wel in eigendom overgedragen. Die hoeft NMVW niet terug te geven.