'Hoe moet dit opgelost worden?', vraagt politierechter Braaksma. 'Met hulp', reageert Wilma onmiddellijk. 'Maar', voegt ze eraan toe, 'ik moet eerlijk zeggen dat ik mijn vertrouwen in de hulpverlening kwijt ben.' 'Wat doen we dan?', vraagt de rechter. 'Wilt u liever de gevangenis in?' Dat wil Wilma liever niet. De rechter: 'U zult behandeld moeten worden voor uw angst- en dwangstoornis. Er is geen alternatief. Een celstraf heeft geen zin, u kunt niet werken, dus een werkstraf kan ook niet. De reclassering stelt een behandeling, dagbesteding en een meldplicht voor. En u zou een contact- en locatieverbod moeten krijgen.' Wilma is er stil van: 'Ik weet het even niet meer.' Haar raadsvrouw Van Zanden weet het wel. 'We hebben het rapport van de reclassering gelezen. Een locatieverbod voor het winkelcentrum Presikhaaf zou een probleem zijn. Wat de behandeling betreft hoop ik dat Wilma iemand treft met wie ze kan werken. Ze wil heel graag aan zichzelf werken.' Dat is haar geraden, aldus de rechter, want 'de mensen in de zaal willen dit niet nog eens beleven. Het moet stoppen.'