Laden...

Op de rol: ‘De film gaat de hele dag door mijn hoofd’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Op de rol: ‘De film gaat de hele dag door mijn hoofd’
Arnhem, 04 juni 2025

Wilma (48)* is verliefd. Niet zomaar verliefd, Wilma is stapelverliefd. Op het ziekelijke af. Ze is verliefd op Edith, een van de begeleiders van RIBW, een regionale instelling voor beschermd wonen.

Haar pathologische verliefdheid wordt niet op prijs gesteld, en dat zint Wilma niet. Ze bestookt Edith met mails, volgt haar op straat en posteert zich op een bankje in het Arnhemse winkelcentrum Presikhaaf als Edith daar boodschappen doet. ‘Met het oogmerk’, aldus het Openbaar Ministerie, om Edith ‘te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.’ 

Geobsedeerd

De zitting in de Arnhemse rechtszaal is nauwelijks begonnen of Wilma barst in huilen uit. 'Ik heb nooit kwade bedoelingen gehad. Ik ben psychisch beschadigd en bij RIBW gaan wonen om beter te worden', snikt ze. Ze komt niet meer uit haar woorden. 'Heeft iemand tissues?', vraagt politierechter Braaksma. Ja, die heeft de mijnheer achterin de zaal die Wilma's liefdesobsessie Edith vergezelt. Even snuiten, en Wilma vervolgt: 'Ik heb het afgelopen jaar aan niets anders gedacht. Elke minuut van de dag.' Politierechter Braaksma heeft het onderzoeksrapport gelezen. 'U had dwanggedachten, hè? U zou mevrouw van juli 2023 tot juli 2024 hebben gestalkt, maar ik begrijp dat u al veel eerder geobsedeerd was. Het begon in 2018. Vijf jaar later was het stopgesprek met de politie. U zou het niet meer doen, zei u toen. Maar u ging door met het sturen van mailtjes, ik lees in totaal 180, en u volgde mevrouw nog steeds in Presikhaaf. U ging naar haar op zoek in een park waar zij weleens liep.'

Liefde

Haar begeleidster bij het RIBW wist dat ze compleet in de ban was van Edith, maar deed er niets mee, zegt Wilma. ‘Ze praatte alleen maar met me mee. Als ik zei dat ik graag met Edith wilde afspreken, dan zei ze: “Natuurlijk probeer je dat.” De rechter: ‘Maar u wist toch dat dat niet kon? Mevrouw was een hulpverlener. Ze was vertrouwenspersoon. Dan mag zulk contact gewoon niet. En ze vertelde u toch dat ze niet geïnteresseerd was?’ Wilma: ‘Klopt, maar dat was best wel moeilijk. Ik heb overwogen om te stoppen bij de RIBW om met haar te kunnen zijn. Dat is allemaal door mijn hoofd gegaan.’ De rechter: ‘En het is grandioos uit de hand gelopen. U hebt ook hele nare mails gestuurd naar collega’s van mevrouw. Uit liefde voor mevrouw, hebt u tegen de politie gezegd. Ik zie trouwens dat u ook dit jaar nog mails hebt gestuurd.’ Wilma: ‘De laatste maand ben ik daarmee gestopt. Mevrouw de rechter, u moet zich voorstellen dat de film de hele dag door mijn hoofd gaat. Ik droom ervan.’

Stoppen

'Hoe moet dit opgelost worden?', vraagt politierechter Braaksma. 'Met hulp', reageert Wilma onmiddellijk. 'Maar', voegt ze eraan toe, 'ik moet eerlijk zeggen dat ik mijn vertrouwen in de hulpverlening kwijt ben.' 'Wat doen we dan?', vraagt de rechter. 'Wilt u liever de gevangenis in?' Dat wil Wilma liever niet. De rechter: 'U zult behandeld moeten worden voor uw angst- en dwangstoornis. Er is geen alternatief. Een celstraf heeft geen zin, u kunt niet werken, dus een werkstraf kan ook niet. De reclassering stelt een behandeling, dagbesteding en een meldplicht voor. En u zou een contact- en locatieverbod moeten krijgen.' Wilma is er stil van: 'Ik weet het even niet meer.' Haar raadsvrouw Van Zanden weet het wel. 'We hebben het rapport van de reclassering gelezen. Een locatieverbod voor het winkelcentrum Presikhaaf zou een probleem zijn. Wat de behandeling betreft hoop ik dat Wilma iemand treft met wie ze kan werken. Ze wil heel graag aan zichzelf werken.' Dat is haar geraden, aldus de rechter, want 'de mensen in de zaal willen dit niet nog eens beleven. Het moet stoppen.'

Werkstraf

En daarvoor zijn forse maatregelen nodig, meent officier van justitie Scharenberg. 'Want mevrouw is in ieder geval tot vorige maand doorgegaan met stalken. Het houdt maar niet op.' Als Wilma Edith kan belagen, waarom zou ze dan geen werkstraf kunnen uitvoeren, vraagt de officier zich hardop af. 'Het kostte mevrouw in ieder geval geen moeite om een ander te terroriseren. Maar goed, als de reclassering zegt dat mevrouw niet kan werken, dan is dat zo. Dat betekent eigenlijk dat ik een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou moeten eisen, maar dat wil ik niet. Ik eis een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden.'

Enkelband

Officier Scharenberg kan zich wel vinden in de voorstellen van de reclassering, met dien verstande dat Wilma wat hem betreft óók een elektronische enkelband zou moeten dragen. De officier: ‘De reclassering wil dat niet. Waarom niet? Dan weten ze wanneer mevrouw de bijzondere voorwaarden schendt en moeten ze een gevangenisstraf vorderen. Dat is de wereld op z’n kop.’ Het winkelcentrum Presikhaaf zou ook verboden terrein voor Wilma moeten worden – onmiddellijk. Officier Scharenberg: ‘Mevrouw is de verdachte, laat haar maar andere winkels in de buurt gaan zoeken.’ Telkens als Wilma zich niet houdt aan de bijzondere voorwaarden, zou ze twee weken de cel in moeten.

Zwak

Wilma heeft Edith belaagd, maar ze heeft Ediths collega's bij de RIBW niet gemaild om haar indirect te belagen, zegt Wilma's raadsvrouw. Ze heeft Edith ook geen vrees aangejaagd. 'Ik lees dat ook niet terug in de aangifte.' Raadsvrouw Van Zanden waarschuwt de rechter dat het niet zo gemakkelijk zal zijn voor Wilma om van de ene op de andere dag Edith uit haar gedachten te zetten. 'Er komt vast een terugval als ze tijdens haar behandeling wordt gedwongen om na te denken over haar obsessieve verliefdheid. En dan zou ze direct veertien dagen de gevangenis in moeten als ze in een opwelling een mail stuurt? Daar is ze te zwak voor. Ze komt er na twee weken als een hoopje ellende uit. Ik wil niet dat ze komt vast te zitten.' Wilma gaat akkoord met de voorwaarden die de reclassering voorstelt, met uitzondering van het locatieverbod voor Presikhaaf. De enkelband ziet ze ook niet zitten. 'Op die manier wordt Wilma iedere dag weer herinnerd aan deze strafzaak.' 

Doen

Wil Wilma nog iets zeggen? 'Ik denk dat alles gezegd is.' De politierechter: 'Bent u toch niet vergeten iets te zeggen? Zou er iemand in de zaal zijn die iets van u zou willen horen? Wie zou dat kunnen zijn?' Wilma: Edith misschien?' De rechter: 'Wat zou die van u willen horen?' Wilma: 'Wat ik u vertelde, mevrouw de rechter. Dat ik nooit kwade bedoelingen heb gehad.' De rechter: 'En ik denk dat ze wil horen dat u ermee gaat stoppen.' Wilma: 'Ja, dat ga ik doen.'

Behandeling

Wilma heeft Edith gestalkt, dat lijdt geen twijfel, besluit politierechter Braaksma. Maar ze heeft Ediths collega's niet gemaild om kwaad te spreken over haar en de rechter ziet ook geen bewijs dat ze Edith bang heeft gemaakt. 'Mevrouw zei bij de politie dat ze zich niet bedreigd voelde.' De rechter geeft Wilma een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden, en ze moet zich aan de bijzondere voorwaarden houden die de reclassering voorstelt. Edith krijgt een contactverbod en ze moet wegblijven van winkelcentrum Presikhaaf. En ze moet een enkelband dragen. 'Want anders zou mevrouw steeds moeten melden dat ze door u wordt lastiggevallen.' De Arnhemse politierechter is het met de raadsvrouw eens dat één overtreding niet onmiddellijk zou moeten leiden tot wekenlang brommen. 'Ik heb liever dat u een goede behandeling krijgt en misschien een keer de fout ingaat, hoe vervelend ook.' 

* Dit zijn niet hun echte namen.

Lees hier meer Op de rol-verhalen.

Uitspraken