Vandaag zit de 25-jarige Marcel* (de ‘lange’) in zijn burgerkloffie in de Rijnzaal van het Arnhemse gerechtsgebouw. ‘Ik ben ontslagen’, verklaart Marcel waarom hij niet in militair tenue is. ‘Misschien is het goed als u zelf vertelt wat er ‘s avonds op die 17e oktober in 2021 is gebeurd’, oppert de militaire politierechter Van Wezel. Oneervol ontslagen of niet, Marcel blijft een typische militair: hij hoeft niet naar de rechtbank te komen, maar doet dat wel, en hij hoeft niets te zeggen, maar doet het wel. ‘We hadden net een eindoefening gedraaid. Zondag hadden we vrij en we zijn Rotterdam ingegaan. We hebben met z’n drieën een fles rum leeggedronken, we zijn uit eten geweest, we zijn gaan stappen en hebben nog meer gedronken en in de Skihut hebben we cocktails gedronken en wat shots genomen. We zijn met de taxi naar de kazerne gegaan, waar we geen pasje hadden voor de slaapzaal van de onderofficieren. Uiteindelijk zijn we in dat slaapzaaltje terechtgekomen.’