De rechtbank vindt dat het gaat om ernstige feiten die op zichzelf een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. De rechtbank houdt er rekening mee dat beide ouders nog nooit met politie en justitie in aanraking zijn geweest en dat het om een oudere zaak gaat. Verder lijkt het nu beter te gaan in het gezin. Het meisje woont weer thuis en het gezin staat nog steeds onder toezicht. De rechtbank vindt het daarom in dit geval niet passend het stel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Dat zou namelijk betekenen dat het gezin gescheiden wordt. Dat is niet in het belang van hun dochter.
Wel vindt de rechtbank dat de man en de vrouw een taakstraf moeten verrichten. De rechtbank volgt hiermee de officier van justitie in zijn eis. Als stok achter de deur verbindt de rechtbank aan het voorwaardelijke deel van de straf een proeftijd van 2 jaar. Als zij opnieuw een strafbaar feit plegen, moeten zij de voorwaardelijke gevangenisstraffen alsnog uitzitten.