MOB en de Stichting dienden het handhavingsverzoek in, omdat zij vonden dat de geitenhouderij een nieuwe stal bouwde zonder over een verplichte (natuur)vergunning te beschikken. Bij de rechtbank lag daarom de vraag voor, of er sprake was van een situatie waarvoor overgangsrecht is gecreëerd in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 december 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4923). In die uitspraak wijzigde de Afdeling de oude vaste rechtspraak; er is nu sneller sprake van een vergunningplicht dan voorheen.
Het overgangsrecht houdt in, dat handhavend optreden niet nodig is als er al feitelijke werkzaamheden zijn uitgevoerd voor 1 januari 2025 én op basis van de oude rechtspraak geen natuurvergunning nodig was omdat er intern gesaldeerd kon worden. Er moest daarom beoordeeld worden, of de stikstofdepositie die wordt veroorzaakt met de nieuwe stal wijzigt ten opzichte van de oude stal.