De mannen woonden in Zutphen in dezelfde straat als familieleden met wie zij al langere tijd een conflict hadden. Op 22 juli 2021 leidde dit conflict tot 2 incidenten die zich op straat afspeelden. Bij het eerste incident waren de 55-jarige man en personen van de andere kant van de familie betrokken. Naar aanleiding van dit incident werden de broers gebeld, die vervolgens naar de straat toekwamen. Op het moment dat zij bij de woning van de andere kant van de familie arriveerden, kwam een neef naar buiten. De broers vielen de neef vervolgens aan met messen of scharen. De neef liep daarbij verwondingen op in zijn zij, op zijn arm, in zijn nek en op zijn schouderblad.

Ook de 55-jarige man kwam ter plaatse, eveneens met een mes of een schaar. De vader van het slachtoffer - en broer van de 55-jarige man - kwam ook naar buiten. Toen hij zag dat zijn zoon met steekwapens werd aangevallen door de broers, wilde hij hen beschermen. Hij werd toen door de 55-jarige man in zijn rug gestoken.

De 3 mannen ontkenden dat zij de personen waren die de verwondingen bij de slachtoffers veroorzaakten. Op basis van - met name - getuigenverklaringen vindt de rechtbank bewezen dat de broers hun neef hebben verwond en dat de 55-jarige man het letsel van zijn broer toebracht. De rechtbank vindt de handelingen van de broers daarom een poging tot doodslag – in tegenstelling tot de officier van justitie, die vond dat hiervan geen sprake was – en de handelingen van de 55-jarige man een poging tot zware mishandeling. De mannen beriepen zich op noodweer, maar volgens de rechtbank is hier geen sprake van. 

De rechtbank neemt het de broers kwalijk dat ze probeerden iemand van het leven te beroven. Het slachtoffer liep daarbij ernstige verwondingen op. Daarmee maakten de broers een grove inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De opgelopen littekens blijven hem herinneren aan het gebruikte geweld. 

Door het familieconflict verhuisden de broers na de steekpartij weg uit Zutphen. En moest de 31-jarige man zijn onderneming in Zutphen verkopen. Ook na de steekpartij deden zich incidenten tussen de families voor, omdat het conflict nog niet was opgelost. Om te voorkomen dat er nogmaals een steekpartij plaatsvindt, legt de rechtbank een deel van de aan de broers opgelegde gevangenisstraf voorwaardelijk op. De rechtbank weegt in het voordeel van de mannen mee dat de strafzaak niet binnen 2 jaar behandeld is. 

Tot slot moeten de broers 2.500 euro smartengeld betalen aan het slachtoffer. De 55-jarige man moet 500 euro smartengeld aan zijn broer betalen.