In een kantoorpand aan de Kerkenbos in Nijmegen trof de politie op 11 januari 2019 een amfetaminelab aan. De 57-jarige Nijmegenaar was de conciërge van dit pand. De rechtbank oordeelt dat de man dit kantoorpand beschikbaar stelde voor de productie van amfetamine door anderen toegang tot dit pand te geven. Volgens de rechtbank had de Nijmegenaar ook - samen met de mannen uit Tiel - stoffen en voorwerpen in dit kantoorpand voordhanden voor de productie van amfetamine.

Verder maakte de 57-jarige Nijmegenaar zich samen met een 49-jarige plaatsgenoot schuldig aan het dumpen van een vat van 600 liter. Daarin zaten afvalstoffen die afkomstig waren van de productie van amfetamine in augustus 2019.
Zij laadden ’s nachts samen het vat in bij het kantoorpand in Nijmegen. De 49-jarige Nijmegenaar dumpte dit vat vervolgens langs de snelweg bij Ressen in de berm.
De rechtbank veroordeelt de 57-jarige man uit Nijmegen daarnaast ook voor het bezitten van een nepwapen.

De 2 mannen uit Tiel zijn door de rechtbank niet alleen veroordeeld voor betrokkenheid bij het amfetaminelab, maar ook voor het vervoeren van grondstoffen voor amfetamineproductie. De rechtbank stelt vast dat zij met 190 kilo aan grondstoffen in hun auto onderweg waren naar het amfetaminelab in Nijmegen.

In de woning van de 28-jarige man uit Tiel trof de politie in 2018 al een machine aan voor het maken van xtc-pillen. Ook vonden zij hoeveelheden MDMA-poeder en xtc-pillen. De rechtbank oordeelt dat de man MDMA-poeder en xtc-pillen in bezit had en dat hij in zijn woning xtc-pillen maakte. Een 29-jarige man uit Vlaardingen werd ook verdacht van het produceren van xtc-pillen in deze woning, maar de rechtbank is op grond van het dossier niet overtuigd dat de man hierbij betrokken was. De rechtbank spreekt de man uit Vlaardingen daarom vrij.

De 57-jarige man uit Nijmegen en de 36-jarige man uit Tiel zijn door de rechtbank beiden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De 28-jarige man uit Tiel heeft een gevangenisstraf van 40 maanden gekregen. Omdat volgens de rechtbank deelname aan een criminele organisatie niet bewezen kan worden, vallen de straffen iets lager uit dan de eis van de officier van justitie.