De gemeente Voorst verleende deze standplaatsvergunning, maar een buurman was het daar niet mee eens. Hij vreesde voor onder meer geluids-, stank- en parkeeroverlast en verkeersonveilige situaties voor zijn huis. Hij ging daarom tegen de standplaatsvergunning in beroep. In een eerdere tussenuitspraak droeg de rechtbank de gemeente op om de verkeersveiligheid en de parkeerdruk te gaan onderzoeken. Dat had de gemeente namelijk niet gedaan, terwijl dat wel had gemoeten. In die eerdere uitspraak oordeelde de rechtbank ook dat de overige bezwaren van de buurman - onder meer over de gevreesde geluids- en stankoverlast - niet slagen.