Na het inzien van de onderliggende stukken van het individueel ambtsbericht oordeelt de rechtbank, dat de staatssecretaris zich niet op dit ambtsbericht had mogen baseren. Volgens de rechtbank bestaan er namelijk concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid van de in het ambtsbericht opgenomen informatie. Zo is op verschillende punten sprake van ogenschijnlijk tegenstrijdige informatie en blijkt uit het individueel ambtsbericht niet hoe daar bij de beoordeling van die informatie mee is omgegaan. Ook is sommige informatie slechts gebaseerd op 1 bron en is veel onduidelijkheid over de aard van een organisatie waar de man bij betrokken was. Bij dit alles betrekt de rechtbank dat er vrij veel onderzoek is gedaan naar de gebeurtenissen waar de man bij betrokken zou zijn geweest (onder andere in het kader van rechtszaken bij het Rwandatribunaal), maar dat zijn naam daarbij nooit als (mede)verantwoordelijke naar boven is gekomen.