De rechtbank veroordeelt de man tot een taakstraf van 160 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. In die 3 jaar moet de man zich melden bij de reclassering. Daarnaast moet de man zich laten behandelen. Doet hij dit niet, dan moet hij alsnog 60 uur taakstraf verrichten.
De rechtbank houdt er bij de strafoplegging rekening mee dat het slachtoffer zelf de confrontatie zocht met de man. De rechtbank legt dezelfde onvoorwaardelijke taakstraf op als de officier van justitie eiste, maar de officier van justitie eiste ook een voorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen. Een gevangenisstraf vindt de rechtbank in deze zaak niet passend. Daarom legt zij in plaats van een voorwaardelijke gevangenisstraf 60 uur voorwaardelijke taakstraf op aan de man.