De man stalkte het slachtoffer tussen april en november 2018. Dit deed hij door haar – onder andere – veelvuldig intimiderende, bedreigende, beledigende en provocerende berichten te sturen. Ook zocht hij haar regelmatig op haar werkadres op. De man bleef hiermee doorgaan, ook al reageerde het slachtoffer hier niet op.

Ook mishandelde de man het slachtoffer op haar werkadres. De rechtbank vindt dat de man daarmee een ernstige inbreuk heeft gemaakt op zowel de persoonlijke levenssfeer als de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Door zo te handelen veroorzaakte hij niet alleen gevoelens van angst en onmacht bij het slachtoffer, maar ook nog pijn en letsel. Dit neemt de rechtbank hem kwalijk.

Bij de man zijn stoornissen vastgesteld die volgens de psycholoog en de psychiater voortdurend aanwezig zijn en dus ook van invloed zijn geweest op zijn handelen. De deskundigen hebben de rechtbank dan ook geadviseerd de man ontoerekeningsvatbaar te verklaren.

De rechtbank oordeelt dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan stalking en mishandeling. Er kan vanwege de ontoerekeningsvatbaarheid geen straf aan hem worden opgelegd. Volgens de rechtbank vormt de man een gevaar voor de samenleving. Daarom is het van belang dat de man binnen een strak juridisch kader zal worden behandeld aan zijn stoornissen. De rechtbank legt om die reden de maatregel van tbs met voorwaarden op, waarbij de man zich – onder andere – moet laten opnemen in een forensisch psychiatrische kliniek en zijn medewerking moet verlenen aan het toezicht vanuit de reclassering.