De rechtbank oordeelt dat de mannen allemaal schuldig zijn aan brandstichting en aan een poging tot moord. Hoewel niet bleek dat de uitvoerders erop uit waren om de chauffeur om het leven te brengen, hadden zij er vanuit kunnen gaan dat rond het tijdstip van de brand in een vrachtwagen met een cabine een vrachtwagenchauffeur kan slapen. Door niet eerst te controleren of er niemand in de cabine lag, namen zij de kans voor lief dat de chauffeur om het leven zou komen. Daarbij was sprake van voorbedachte raad. De uitvoerders gingen namelijk specifiek voor de brandstichting op pad vanuit het westen van Nederland naar Doesburg. Daarbij maakten ze onderweg een tussenstop om 2 jerrycans met motorbenzine op te halen en liepen een aantal minuten in de buurt van de vrachtwagen rond voordat zij de jerrycans uit de auto haalden en de brand stichtten.
De tussenpersoon en de opdrachtgever hebben niet zelf de vrachtwagen in brand gestoken, maar zijn volgens de rechtbank ook schuldig aan brandstichting en poging tot moord. Begin augustus 2020 bespraken zij het plan om brand te (laten) stichten en in de nacht van 19 op 20 augustus 2020 moest dit plan worden uitgevoerd. De tussenpersoon regelde de jerrycans met motorbenzine. Geen van beiden gaf de uitvoerders de instructie om eerst te kijken of er iemand in de cabine lag voordat zij de vrachtwagen in brand zouden steken.