Het slachtoffer liet het duo naar de woning in Arnhem komen om een kilo cocaïne aan hen te verkopen. De verkoop vond echter niet plaats. De Rotterdammer nam de kilo cocaïne wel mee, terwijl het slachtoffer daarvoor geen toestemming had gegeven. De rechtbank concludeert hieruit dat de cocaïne is gestolen, terwijl hieraan voorafgaand veel geweld is gebruikt. Volgens de rechtbank is daarmee wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking, waardoor er sprake is van het samen plegen van diefstal met geweld.