De 25-jarige man bekende dat hij beide keren de brand heeft gesticht. De rechtbank legt aan hem een gevangenisstraf op voor de 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Tijdens de 3 jaar durende proeftijd geldt een meldplicht bij de reclassering. Ook moet hij meewerken aan ambulante behandeling. Verder verblijft de man in een instelling voor beschermd wonen en kijkt samen met de reclassering naar een passende dagbesteding.
De 22-jarige man uit Doetinchem bekende dat hij beide keren de 25-jarige man naar het adres had gereden, maar verklaarde dat hij de eerste keer niet wist wat er daar ging gebeuren. De rechtbank oordeelt dat niet kan worden bewezen dat hij op 28 augustus 2025 wist dat er brand zou worden gesticht en daarom wordt hij hiervan vrijgesproken. Wel is hij schuldig aan het medeplegen van de tweede brandstichting. Hij krijgt een celstraf van 12 maanden, waarvan 3 voorwaardelijk. Voor het voorwaardelijk strafdeel geldt een proeftijd van 2 jaar en hieraan zijn voorwaarden verbonden. Zo moet de man zich melden bij de reclassering en moet hij meewerken aan ambulante behandeling.
De 23-jarige man uit Duiven bekende dat hij de opdracht gaf voor de tweede brandstichting, op 7 september 2024. Dit zou hij hebben gedaan omdat hij een conflict had met de zoon van de bewoners en hem een lesje wilde leren. Volgens de rechtbank is ook bewezen de man uit Duiven – kijkend naar de overeenkomsten tussen beide brandstichtingen - de opdrachtgever is van de eerste brandstichting, op 28 augustus 2024. De rechtbank legt hem een gevangenisstraf op van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Tijdens deze proeftijd geldt een meldplicht bij de reclassering. Daarnaast moet de man moet meewerken aan ambulante behandeling en begeleiding. Verder moet hij verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang.