De 21-jarige vrouw werd medio mei 2020 door een vriendin - het latere slachtoffer - benaderd. Het slachtoffer was toen nog minderjarig en wist dat de 21-jarige vrouw in de prostitutie werkte.  Het slachtoffer vroeg aan haar of ze werk voor haar had. De 21-jarige vrouw nam het slachtoffer in de daaropvolgende dagen mee naar hotels in Den Haag en Almere. Het slachtoffer had in die hotels tegen betaling seks. De 21-jarige vrouw gaf het slachtoffer uitleg hoe ze het moest doen.

Na een paar dagen gingen de 21-jarige vrouw en het slachtoffer naar Apeldoorn. De 21-jarige vrouw had via internet contact gelegd met een vrouw uit Apeldoorn die ruimte aanbood. Deze vrouw, van wie de strafzaak is aangehouden,  bood ook aan om de contacten met (potentiële) klanten te onderhouden. De vrouw werd bij deze werkzaamheden geholpen door de 53-jarige vrouw uit Apeldoorn. De 53-jarige vrouw haalde samen met de andere vrouw uit Apeldoorn de 21-jarige vrouw en het slachtoffer bij het station op en bracht ze vervolgens naar de woning van de 29-jarige man. De man wist dat zijn woning zou worden gebruikt voor prostitutie. Het slachtoffer had een intakegesprek. Met de 21-jarige vrouw zijn afspraken gemaakt over de prostitutiewerkzaamheden, waarbij het slachtoffer aanwezig was. Het slachtoffer sloot zich bij die afspraken aan.  Het slachtoffer prostitueerde zich vervolgens 2 dagen lang in die woning.

Door hun handelen brachten de 2 vrouwen en de man het minderjarige slachtoffer ertoe zich voor prostitutie beschikbaar te stellen. Daarmee maakten zij zich schuldig aan een vorm van mensenhandel. De rechtbank oordeelt dat de mensenhandel in de hotels alleen door de 21-jarige vrouw is gepleegd. Ten aanzien van de mensenhandel in de woning in Apeldoorn is sprake van medeplegen.

De rechtbank legt aan alle verdachten een gevangenisstraf opgelegd van 180 dagen met aftrek van het voorarrest. De resterende duur van de gevangenisstraf legt de rechtbank als voorwaardelijke straf op met een proeftijd van 3 jaar. Daarbij moeten alle verdachten een taakstraf uitvoeren.

De 53-jarige vrouw krijgt voor haar rol met een taakstraf van 120 uur de hoogste straf. De man krijgt voor zijn rol 80 uur werkstraf opgelegd, terwijl de 21-jarige vrouw een taakstraf van 40 uur moet verrichten.  

Tot slot beslist de rechtbank dat de vrouwen en man een schadevergoeding van 2.662 euro aan het slachtoffer moeten betalen. Ook moeten zij de proceskosten van het slachtoffer betalen.