Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met de jonge leeftijd van de 22-jarige en de 23-jarige man en het feit dat zij niet eerder zijn veroordeeld voor geweldsdelicten. Daarbij vindt de rechtbank het van belang dat de 3 mannen hun baan - dan wel uitkering behouden -, zodat zij de schade aan de slachtoffers kunnen vergoeden. Om die reden legt de rechtbank geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op.
Vanwege de ernst van het incident legt de rechtbank wel een forse taakstraf op van 200 uur. Daarbij legt de rechtbank voorwaardelijke celstraffen op, om te voorkomen dat de mannen opnieuw de fout in gaan.
De 22-jarige en 23-jarige mannen krijgen een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 3 jaar. Aan de 28-jarige man legt de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf op van 2 maanden met een proeftijd van 3 jaar, omdat hij onlangs werd veroordeeld voor een geweldsdelict.