De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de mannen. Desondanks is een gevangenisstraf volgens de rechtbank passend voor de 20-jarige man en de 19-jarige man voor wie het volwassenenstrafrecht wordt toegepast. De rechtbank legt deze twee mannen een hogere straf op dan de straf die is geëist door de officier van justitie, omdat de rechtbank vindt dat de ernst van de mislukte overval de oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur rechtvaardigt. Aan het voorwaardelijk deel verbindt de rechtbank een proeftijd van 2 jaar met bijzondere voorwaarden.
Voor de 20-jarige man voor wie het jeugdstrafrecht wordt toegepast, vindt de rechtbank 197 dagen jeugddetentie waarvan 180 dagen voorwaardelijk en 200 uur taakstraf passend. Daarbij moet de man zich tijdens zijn proeftijd van 2 jaar houden aan verschillenden bijzondere voorwaarden, zoals een meldplicht bij reclassering, een ambulante behandeling en meewerken aan middelencontrole.