Direct naar inhoud Direct naar zoekformulier
Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.
De rechtbank veroordeelt een 80-jarige vader en zijn zonen (45 en 46 jaar) voor het opzettelijk bezitten van 2633 hennepplanten. De straffen variëren van 1 maand voorwaardelijke celstraf tot een werkstraf van 240 uur. Een vierde verdachte is vanwege gebrek aan bewijs vrijgesproken.
Op 20 januari 2017 werd een hennepkwekerij met 2633 hennepplanten aangetroffen in de loods van een boerenbedrijf in de gemeente Montferland. De vader en zijn 2 zonen zaten samen in de maatschap van het boerenbedrijf. Toen het bedrijf in geldnood verkeerde, werd gezamenlijk besloten om 2 onbekend gebleven personen toe te staan in de loods om een hennepkwekerij op te zetten.
De 45-jarige zoon is veroordeeld voor zowel het medeplegen van hennepteelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf als het opzettelijk bezitten van hennep. Hij krijgt een taakstraf van 240 uur en 2 maanden voorwaardelijke celstraf opgelegd. De andere zoon en de vader zijn veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk bezitten van hennep. De vader krijgt 1 maand voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, terwijl de 46-jarige zoon – naast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand – 120 uur werkstraf krijgt opgelegd.
In de ontnemingsprocedure is het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op een bedrag van ruim 1 ton. Het bedrag is gelijk verdeeld tussen de 2 onbekend gebleven personen en de vader en zijn zonen. De vader en de zonen moeten daarom ieder een bedrag van ruim 17.000 euro betalen.
De rechtbank spreekt een vierde verdachte, een installateur die namen zou hebben verstrekt van personen die konden helpen met de opzet van een hennepkwekerij, vrij. Er is onvoldoende bewijs dat hij betrokken was bij de hennepkwekerij.